wanneer ik zondag over * het verlaten mijnterrein * dwaal,
sta ik plots oog in oog met hem.
hij kijkt mij verbaasd aan en schrikt zelfs een beetje
van de manier waarop ik ‘m aanspreek.
na een korte babbel en een lieve ‘dag’ vliegt elk van ons zijn eigen koers.
tot hij een uurtje later rakelings over mijn haardos
en dwars doorheen mijn gedachten vliegt.
zijn uitnodigende ogen doen mij naast hem plaatsnemen.
aandachtig luister ik naar zijn verhalen
over de gelukkige tijd onder moeders vleugels
en wat een wonderlijk gevoel zijn vliegkunsten ‘m geven,
maar ..
‘maar???’, vraag ik nieuwsgierig.
‘ik ben vergeten hoe ik fatsoenlijk landen kan’, snikt hij.
‘elke keer pakken mijn pootjes naast de tak
en donder ik hulpeloos naar beneden.’
ik vertel ‘m van mijn eigen vlieg- en stuntwerk en hoe ik soms
met gebroken vleugels de hemel opzoek.
hoe vaak ik met mijn snavel te pletter gestort ben
en elke keer weer vol goede moed rechtkrabbel.
zachtjes verklap ik hem hoeveel sterker ik daarna uit de strijd kom
en hoe ..
.. tevreden zie ik zijn ogen toevallen.
hij droomt vast van hemelse vluchten en perfekte landingen ..
en ik ..
.. ik vlieg dolgraag met ‘m mee.
hoe en waar we landen, zien we later wel ..
©urieuzeneuzemosterdpot
laat je drijven naar je mooiste dromen , webbies! 😀